Het ontstaan van getijden en stromingen
De zon en de maan oefenen aantrekkingskracht uit op het water. Hierdoor beweegt water, zowel in verticale als in horizontale richting (zogenaamde getij verschijnselen). Door deze bewegingen ontstaat er een hoogste (HW) en een laagste (LW) waterstand. Vanaf het moment van LW tot het moment van HW rijst het water (vloed), vanaf het moment van HW tot het moment van LW daalt het water (eb). De aantrekkingskracht die zon en maan op de aarde uitoefenen is niet overal gelik, maar afhankelijk van de positie, die een plek op aarde op een bepaald moment inneemt t.o.v. zon en maan. Er ontstaan verschillen in aantrekkingskracht door de draaiing van de aarde om zijn eigen as en de draaiing van de aarde om de zon; met als gevolg, dat het water op aarde in een regelmatig terugkerende beweging geraakt: de getijbeweging.
De getijbeweging kun je je het beste voorstellen als een enorme golf, die over de aarde voortrolt. Als de top van deze golf ons heeft bereikt, hebben we hoogwater, als het dal ons heeft bereikt, laagwater
Duur
De duur van een getijcyclus door invloed van de maan is circa 24 uur 50 minuten, de duur van een getijcyclus door invloed van de zon is 24 uur en is veel minder sterk dan die van de maan Aan de Nederlandse kust is het 2x per dag HW en LW, de duur van een getijbeweging is dus ca. 12 uur en 25 minuten.
Springtij
Wanneer de door de maan en de zon veroorzaakte getij golven samenwerken, d.w.z. als ze nagenoeg op hetzelfde tijdstip hoog en laagwater hebben, dan noemt men dat springtij. Dan is het verval het grootst, m.a.w. hoogwater is het hoogste en laagwater het laagste t.o.v. vorige waterstanden. Ook stroomt het water dan het sterkst vanwege het grootste verval. Ongeveer iedere veertien dagen is er springtij (nl. de tijd tussen nieuwe maan (NM) en volle maan (VM)
Doodtij
Wanneer de getij verwekkende krachten elkaar tegenwerken, ontstaat doodtij. Dat is de situatie bij de maanstanden eerste kwartier (EK) en laatste kwartier (LK). EK en LK vallen ca. zeven dagen na resp. NM en VM. Dit betekent, dat ca. zeven dagen na springtij een doodtij is en zeven dagen later weer een springtij.
Als de zon en de maan als het ware in elkaar’s verlengde staan ten opzichte van de aarde, dan bundelen zij hun krachten en trekken meer water aan. Dit noemen we springtij. Het niveau van het water is dan bij hoogwater hoger en bij laagwater lager. De maan en de zon kunnen elkaar ook tegenwerken. Dat gebeurt als de twee hemellichamen haaks op elkaar staan. Er wordt dan van twee verschillende kanten aan het water getrokken, met als gevolg dat het water veel minder stijgt dan gemiddeld. Dit verschijnsel noemen we doodtij. |
|
Springtij komt twee maal per maansmaand (van 29,53 dagen) voor. Je zou verwachten dat het springtij is bij volle maan en bij nieuwe maan. Het blijkt echter twee dagen later te vallen. Het zongetij, met een periode van 12 uur, haalt het maansgetij, met een periode van 12 uur en 25 minuten, voortdurend in. Dit zorgt ervoor, dat het maansgetij last krijgt van een zweving: het wordt periodiek versterkt en verzwakt. Het heeft tevens een effect op de timing van het getij. Tussen springtij en doodtij heeft het zongetij een vervroegend effect op het getij, tussen doodtij en springtij een vertragend effect. |
Hieronder een video van Buienradar met uitleg over Springtij en Doodtij.
Het begint op 49 sec.